Stel, je bent student en neemt een studentenlening bij een bank. Ideaal, want je hebt direct geld en je hoeft pas na je studie te beginnen met terugbetalen. Voor een Haagse studente pakte dat helaas heel anders uit. Vele duizenden euro’s verder, maakt de studente de eindbalans op na een roerige periode wat uiteindelijk heeft moeten leiden tot een einduitspraak bij de rechtbank.
De studente heeft in 2007 een studentenkrediet van EUR 2.500,- verkregen bij ING Bank. Zij hoefde dit krediet pas in 2010, na haar studie, terug te betalen. Hier ontstonden alle problemen voor de studente. Pas negen jaar na het ontstaan van de achterstand, kan zij het geheel pas afsluiten.
Betalingsachterstanden
In 2009 raakte zij zwanger van haar eerste kindje. Deze zwangerschap liep niet zonder slag of stoot en er zijn veel complicaties opgetreden. Door deze omstandigheden heeft zij tot 2013 niet kunnen werken. Via het UWV heeft de studente, nadat een juiste balans is gevonden in de medicatie en zij in staat geacht werd weer te gaan werken, een opleiding gevolgd. Het bleek echter niet mogelijk voor de studente om een vaste baan te bemachtigen. Hoewel de partner een vast inkomen had, bleek dit niet toereikend om aan alle lasten te voldoen. Derhalve zijn in 2012 eerste achterstanden ontstaan op de betalingsverplichtingen aan ING Bank en is hierna veelvoudig contact geweest tussen de studente en ING Bank om deze situatie te bespreken.
De studente heeft constant in contact gestaan met ING Bank om haar op de hoogte te houden van haar financiële (on)vermogen. Alhier zijn afspraken gemaakt omtrent de betalingen van de openstaande achterstand. Toen uiteindelijk bleek dat het voor de studente lastig bleek de aflossingen te verrichten, is in september 2014 het gehele krediet opgeëist door ING Bank en diende de studente een bedrag van EUR 1.708,22 ineens te voldoen. De studente had op dat moment het geld niet, waarna de vordering uit handen is gegeven aan een incassobureau.
In 2015 is het de studente toch gelukt om een vaste baan te krijgen. Vanaf dit moment is de situatie substantieel gewijzigd; de studente kon beginnen met het aflossen van de ontstane schuld en heeft een regeling getroffen met het incassobureau om het openstaande bedrag in termijnen af te lossen. Nadat de betalingsregeling tot stand gekomen is, heeft de studente consequent betaald, wat uiteindelijk heeft geleid tot het aflossen van de gehele schuld op in mei 2016.
Nieuwe situatie
Bijna twee jaar na het aflossen van de schuld bij ING Bank wil de studente, inmiddels 34 jaar oud, samen met haar man een woning kopen. Zij wonen al heel hun leven in een woning in een achterstandsbuurt van Den Haag en willen graag een nieuwe start maken in een betere leefomgeving. Beiden hebben een goed en stabiel inkomen en de afgelopen jaren hebben zij lekker kunnen sparen. De eerste gesprekken met hypotheekadviseurs worden gevoerd en de woningjacht wordt geopend. Op het moment dat een leuke woning wordt gevonden, blijkt echter dat de studente een registratie op haar naam heeft staan in het Centraal Krediet Informatiesysteem (CKI) van de stichting Bureau Krediet Registratie (het BKR). De BKR-registratie is een gevolg van de achterstanden die zijn ontstaan op het studentenkrediet bij ING Bank. Een BKR-registratie gooit direct roet in het eten: het blijkt onmogelijk een hypotheek te krijgen met deze BKR-registratie op haar naam, ook al heeft het gezin op dit moment geen schulden en verdienen zij een goed en stabiel inkomen. Een BKR-registratie blijkt een absolute no go voor hypotheekverstrekkers.
Het minnelijke traject
In september 2017 heeft de studente zelf aan ING Bank gevraagd of zij de BKR-registratie wil verwijderen. Dit verzoek is door ING Bank afgewezen, waarna de studente contact heeft opgenomen met Dynamiet Nederland. Nadat Dynamiet Nederland een uitvoerig gesprek heeft gevoerd met de studente en heel haar situatie in kaart heeft gebracht, is ING Bank verzocht de BKR-registratie te verwijderen, omdat de registratie, gezien alle omstandigheden van het geval, niet (meer) proportioneel is. ING Bank heeft gereageerd en opnieuw aangegeven dat zij geen reden ziet de BKR-registratie te verwijderen. Op basis van die reactie is het besluit genomen om naar Rechtbank Den Haag te stappen en de verwijdering van de BKR-registratie te vorderen.
De uitspraak
Hoewel het lange tijd heeft geduurd voordat de schuld aan ING Bank werd afgelost, vindt de rechtbank het van belang dat er in casu geen sprake is (geweest) van een problematische schuldensituatie. De totale hoogte van de openstaande schuld was relatief laag en het krediet was aangegaan toen zij nog studeerde. Door onvoorziene omstandigheden was het echter (tijdelijk) niet mogelijk om de schuld in te lossen, maar zodra dit weer mogelijk was, is dit direct gedaan.
Ook al heeft ING Bank aangevoerd dat het niet de bedoeling is om terechte BKR-registraties ongedaan te maken, vindt de rechtbank dat er een afweging gemaakt moet worden tussen het belang van kredietregistratie en de impact die deze kredietregistratie heeft op de studente.
Rechtbank Den Haag is van oordeel dat de BKR-registratie een te zware straf is en beveelt deze BKR-registratie te verwijderen, op last van een dwangsom van EUR 2.000,- per dag. Daarnaast moet ING Bank de proceskosten van de voormalige studente vergoeden.
Conclusie
Opnieuw oordeelt een rechter dat een BKR-registratie verwijderd moet worden. Ook al is de BKR-registratie terecht geplaatst, de kredietverstrekker moet te allen tijde rekening houden met de impact die een BKR-registratie heeft op mensen.
Open de uitspraak